SV | En uw kinderkens, waarvan gij zeidet: Zij zullen ten roof worden! die zal Ik daarin brengen, en die zullen bekennen dat land, hetwelk gij smadelijk verworpen hebt. |
WLC | וְטַ֨פְּכֶ֔ם אֲשֶׁ֥ר אֲמַרְתֶּ֖ם לָבַ֣ז יִהְיֶ֑ה וְהֵבֵיאתִ֣י אֹתָ֔ם וְיָֽדְעוּ֙ אֶת־הָאָ֔רֶץ אֲשֶׁ֥ר מְאַסְתֶּ֖ם בָּֽהּ׃ |
Trans. | wəṭapəḵem ’ăšer ’ămarətem lāḇaz yihəyeh wəhēḇê’ṯî ’ōṯām wəyāḏə‘û ’eṯ-hā’āreṣ ’ăšer mə’asətem bāh: |
En uw kinderkens, waarvan gij zeidet: Zij zullen ten roof worden! die zal Ik daarin brengen, en die zullen bekennen dat land, hetwelk gij smadelijk verworpen hebt.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En uw kinderkens, waarvan gij zeidet: Zij zullen ten roof worden! die zal Ik daarin brengen, en die zullen bekennen dat land, hetwelk gij smadelijk verworpen hebt.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!